Een courant object
Voor leasing is van belang is dat het geleaste object courant is. Dat betekent dat er het object een voorspelbaar waardeverloop heeft en dat er een mature tweedehandsmarkt voor bestaat. Objecten als vrachtwagens zijn relatief courant, net als bij auto’s is het waardeverloop relatief goed in te schatten. Voor zeer specifieke objecten is het veel lastiger het waardeverloop te bepalen. Lessors zullen het liefste (zeer) courante objecten in de lease nemen.
Voor een leasemaatschappij is van belang te weten of het object makkelijk kan teruggenomen worden ingeval de lessee zijn verplichting niet na zou komen – de zgn. repossession – en of het object voor een goede prijs te gelde kan gemaakt worden. Het object is immers het onderpand – dus de zekerheid – voor de leasemaatschappij.
De looptijd van een leasecontract staat in relatie tot de economische en technische levensduur van het object.
In bepaalde gevallen wordt een restwaarde of een slottermijn in het leasecontract opgenomen. Een hoge restwaarde zal leiden tot een relatief lage maandtermijn gedurende de lease. Maar als de lessee het object na afloop van het leasecontract wenst te verwerven, moet hij dit bedrag wel kunnen betalen. Over het algemeen zullen leasemaatschappijen de restwaarde voorzichtig inschatten.