De langverwachte herijking van het bodem(voor)recht van de fiscus is eindelijk van start gegaan met de publicatie van een beleidsnota. Op basis hiervan lanceert de minister van Financiën een consultatieronde waarin marktpartijen en belanghebbenden hun input kunnen leveren, en dit voor 9 december van dit jaar.
Kort gezegd ziet de minister drie beleidsrichtingen, te weten 1) de modernisering van het bodem(voor)recht, dat teruggaat tot begin vorige eeuw, 2) de vervanging ervan door een nieuw instrument waarbij het begrip ‘bodemzaken’ zou worden losgelaten, en 3) de afschaffing van het instrument in combinatie met een versterking van de positie van de Ontvanger. De leasebranche verwelkomt deze nota en zal haar bijdrage leveren in de consultatie. Leasing Nederland-NVL heeft al eerder dit jaar een position paper uitgebracht rond dit onderwerp, waarin de pijnpunten van het bodem(voor)recht uitgebreid in kaart zijn gebracht.
In de beleidsnota wordt gewezen op het budgettaire belang van dit instrument, wat door het CPB is vastgesteld op ruim 600 miljoen euro. Maar dat cijfer dateert uit 2004, recentere gegevens zijn niet beschikbaar en lastig in beeld te brengen. Waarnemers plaatsen overigens twijfels bij dit bedrag, aangezien de opbrengst van het bodem(voor)recht in de praktijk ‘door de boedel loopt’ en daar mede dienend is om de kosten van curator te dekken, waardoor er finaal niet zoveel meer overblijft voor de fiscus. De complexiteit van het instrument zorgt er ook voor dat de netto opbrengsten voor het Rijk naar alle waarschijnlijkheid te verwaarlozen zijn. Bovendien is het instrument in Europees opzicht vrij uniek, andere landen kennen dit niet. Nu er mede door het rapport Draghi meer aandacht gevraagd wordt voor uniformisering van het faillissementsrecht, dient Nederland goed na te denken over het handhaven van dit instrument.