In zijn einde augustus gepubliceerde Voortgangsbrief stelt Minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker dat vooruitgang geboekt is met de verkenning van mogelijkheden om de afwikkeling van een faillissement zo efficiënt mogelijk te maken. Een expertgroep is samengesteld om nieuwe oplossingen te bedenken. Het blijkt immers dat een faillissement vaak gepaard gaat met tijdrovende en geldverslindende procedures voor de rechtbank. De NVL is als stakeholder betrokken bij de voorbereiding van de nieuwe wetgeving en juicht het initiatief van de minister toe. Toch maakt de Leasebranche zich zorgen over de mogelijke aantasting van de positie van de separatist, een ogenschijnlijk detail in de toekomstige faillissementswetgeving, dat in de praktijk grote gevolgen kan hebben voor de financieringsmogelijkheden van het MKB.
Stephan van Beek, voorzitter van de NVL: “Leasing is een relatief eenvoudige financieringsvorm die het MKB in staat stelt investeringen te doen in bedrijfsmiddelen, zoals machines, rollend materieel of computers. De leasemaatschappij financiert het object voor 100% en heeft als enige zekerheid het object zelf (in eigendom of in pand). Dat maakt dat de MKB ondernemer geen werkkapitaal hoeft aan te spreken om de investering te kunnen doen, en de beschikbare zekerheden kan aanwenden ter dekking van andere financieringen of leningen.”
“Dergelijke ruimhartige financiering kunnen leasemaatschappijen alleen maar volhouden mits de positie als separatist onaangetast blijft,” zegt Peter-Jan Bentein, secretaris van de NVL. “Immers leasemaatschappijen zijn dank zij jarenlang opgebouwde objectkennis erg goed in staat geleaste objecten weer te gelde te maken en zo de kredietverliezen te beperken. Dat wordt bevestigd door Europese rapportages die door Leaseurope worden gepubliceerd (o.a. Leaseurope Index – Rapport ‘Risk Profile of Leasing in Europe’). Maar het vereist wel dat de leasemaatschappij zelf kan handelen, snelheid is immers cruciaal. De NVL maakt zich zorgen over bepaalde voorstellen, die het leaseproduct raken en dus directe impact hebben op de kredietverlening aan het MKB.”
“Er is geopperd de positie van de separatist in te perken ten gunste van de boedel. Dat zou betekenen dat de leasemaatschappij niet meer zelfstandig kan handelen waar het objecten betreft die door haar geleast zijn, in welke vorm dan ook. Andere voorstellen gaan dan weer in de richting van een verplichte algemene boedelbijdrage van financiers. Beide voorstellen vormen voor de Leasebranche een ernstige bedreiging, die de kern van het leaseproduct raken. Het inperken of afschaffen van de positie van de separatist zal direct leiden tot een minder gunstige risicopositie. Het invoeren van een verplichte boedelbijdrage zet de 100% financiering onder grote druk. Een lessor zal deze risico’s dienen te verdisconteren in ofwel een hogere prijs, ofwel door een lager bedrag te financieren op het leaseobject, kritischer te worden op de objecten zelf, ofwel door een financieel zwakkere klant helemaal geen lease meer te verstrekken. Een ander onbedoeld neveneffect zou bovendien kunnen zijn dat de kapitaalverplichtingen van leasemaatschappijen strenger worden. Op die manier komt de kredietverlening aan het MKB in gevaar,” aldus nog de zegsman van de NVL.
De Leasebranche verstrekte in 2018 voor ruim 7,1 miljard euro aan nieuwe leasecontracten, waarvan 82% aan het Midden- en Kleinbedrijf. Een stringenter risicobeleid zou kunnen betekenen dat 1 tot 1,5 miljard minder krediet beschikbaar is voor het MKB in de vorm van leasing. De NVL is van mening dat dit ‘gat’ onmogelijk door andere financieringsbronnen kan opgevuld worden, gegeven het feit dat volgens de Stichting MKB Financiering alle alternatieve niet-bancaire financieringsbronnen (leasing dus uitgezonderd) samen maximaal 1 miljard verstrekken op jaarbasis.
“Het efficiënter maken van de faillissementsafwikkeling is een legitiem streven dat de NVL volledig ondersteunt. Er dient bij de overwegingen echter ook rekening gehouden te worden met de belangen van het MKB om voldoende en gepaste financieringsmogelijkheden te hebben,” aldus nog Bentein. “Met het voorbeeld van de stikstof en PFAS wetgeving in het achterhoofd is het goed om alle consequenties van regelgeving in beeld te hebben, ook al zijn die indirect.”