Minister Dekker (voor Rechtsbescherming) wil de kredietverlening aan bedrijven mee stimuleren en zet een streep door het gebruik van zogeheten verpandingsverboden. Dit blijkt uit een wetsvoorstel dat deze week bij de Tweede Kamer is ingediend. Diverse organisaties waaronder VNO-NCW, MKB Nederland, maar ook van financiers zoals de banken (NVB), de factoringmaatschappijen (FAAN), en andere partijen pleiten al jaren voor wetgeving die de verpandingsverboden in de ban doet. Het wetsvoorstel komt hieraan tegemoet.
Een zakelijke geldvordering kan voortaan niet langer door een beding van partijen (crediteur-debiteur) onoverdraagbaar of onverpandbaar worden gemaakt. Een dergelijk beding is voortaan nietig op grond van de wet. De wet voorziet in een aantal uitzonderingen in zeer specifieke gevallen.
Verpandingsverboden zetten een grote rem op de kredietverlening aan met name het midden- en kleinbedrijf omdat deze bedrijven hun uitstaande vorderingen niet als onderpand voor een lening kunnen gebruiken. Minister Dekker: ‘Door deze belemmering weg te nemen, krijgen bedrijven meer ruimte om hun activiteiten te financieren.’ Naar schatting van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Factoring & Asset Based Financing Association Netherlands (FAAN) zou dit kunnen leiden tot een extra kredietruimte van bijna 1 miljard voor het midden- en kleinbedrijf.
Verpandingsverboden komen met enige regelmaat voor in contracten die bedrijven met elkaar sluiten. In bepaalde economische sectoren, zoals (delen van) de bouw- en retailsector, wordt de mogelijkheid tot overdracht of verpanding van vorderingen contractueel op grote schaal uitgesloten. Grote bedrijven willen zo voorkomen dat zich onbekende crediteuren melden.
Het gevolg is echter wel dat die vorderingen door hun leveranciers niet kunnen worden verpand als zekerheid voor krediet. Dat belemmert de kredietverlening aan bedrijven, en kan er zelfs toe leiden dat zij onnodig met liquiditeitsproblemen kampen. Dat geldt met name voor het midden- en kleinbedrijf. Juist in deze economisch onzekere tijden is verruiming van kredietmogelijkheden en de liquiditeitspositie van groot belang voor veel mkb-bedrijven. Het wetsvoorstel biedt daarvoor uitkomst.
De wet stelt als uitdrukkelijke voorwaarde dat de debiteur van de zakelijke geldvordering schriftelijk genotificeerd dient te worden. De mededeling van verpanding is nu nog vormvrij, maar de praktijk in het zakelijk verkeer is dat de mededeling nu ook al schriftelijk gebeurt.
Het wetsvoorstel en de toelichting kunnen hier worden gevonden.